![]() |
Net als anderen krijgen mensen met een verstandelijke beperking medicatie voorgeschreven. Wel krijgen zij gemiddeld meer medicatie dan mensen in de algemene bevolking, met name voor epilepsie, psychiatrische aandoeningen, gedragsstoornissen en maag-darmproblemen. Veel mensen met een verstandelijke beperking vallen binnen de risicofactoren voor geneesmiddelgerelateerde ziekenhuisopname:
Om het risico op medicatiegerelateerde problemen te verminderen is een jaarlijkse medicatiebeoordeling noodzakelijk.
Mensen met een verstandelijke beperking klagen zelden over bijwerkingen of symptomen van interacties bij medicijnen. Ook zijn zij niet altijd in staat te communiceren over de effecten van de medicatie die ze voorgeschreven hebben gekregen. Dit betekent dat de begeleider en/of de familie ook goed betrokken moet worden bij een medicatiebeoordeling.
Tenslotte speelt het gegeven dat bij mensen met een verstandelijke beperking zowel de AVG'er als de huisarts hoofdbehandelaar kan zijn.
Met deze nascholing leert u hoe u een gestructureerde medicatiebeoordeling uitvoert bij intramurale cliënten met de AVG'er als hoofdbehandelaar. Farmacotherapeutisch ligt de nadruk met name op doelgroepspecifieke medicatie als anti-epileptica, psychofarmaca en antibiotica. Daarnaast is er in deze nascholing veel aandacht voor de rol van de huisarts, patiëntvertegenwoordigers en -begeleiders rondom het beoordelen van de effecten van (reeds ingezette) therapie.
Na afloop van de nascholing: