![]() |
Na deze scholing is uw kennis over de wettelijke kaders bij dementie up to date, maar hebt u ook uw eigen mening/ houding t.a.v. euthanasie bij dementie kunnen nuanceren èn aanscherpen. De specifieke aandachtspunten bij beginnende dementie, maar ook bij gevorderde dementie komen aan bod. U heeft voldoende inzicht en praktijkkennis om zelf euthanasievragen bij dementie aan te nemen, te beoordelen en waar relevant uit te voeren.
Euthanasie bij dementie is een actueel thema, dat om een zeer genuanceerde benadering vraagt. Met de toenemende vergrijzing en het ouder worden van onze patiënten, stijgt ook het aantal dementerenden. Daarbij leert de ervaring dat deze patiënten ook steeds meer de behoefte te hebben om een regeling te treffen om een, in hun ogen, ontluisterend levenseinde te voorkomen. De Nederlandse euthanasiewet biedt ruimte voor euthanasie bij dementie. Maar slechts een zeer klein deel van deze verzoeken leidt tot een actieve levensbeëindiging.
Dat dementie gepaard kan gaan met ondraaglijk lijden is bekend en invoelbaar. Patiënten kunnen verloren raken in radeloosheid en angst. Maar wanneer gaat u hierover het gesprek aan met de patiënt? Waar liggen de beslismomenten? Naarmate een gesprek moeizamer wordt, wordt het moeilijker om te bepalen of er sprake is van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. Wil de patiënt echt nog steeds dat u tot actieve levensbeëindiging over gaat? Kan een schriftelijke wilsverklaring dit vrijwillig en weloverwogen verzoek vervangen? Wat zijn hierin de wettelijke kaders?
De primaire doelstelling is het voorzien van (huis)artsen van voldoende inzicht en praktijkkennis om zelf euthanasieverzoeken bij dementie aan te kunnen nemen, te beoordelen en waar relevant uit te kunnen voeren.