![]() |
Ouderenpsychiatrie is een relatief jong subspecialisme binnen het werkgebied van de psychiatrie. Was er tot de jaren 80 van de vorige eeuw in de psychiatrie vooral veel aandacht voor degeneratieve ziekten van het brein zoals allerlei vormen van dementie, de laatste decennia is het focus van onderzoek en behandeling meer en meer komen te liggen op psychiatrische aandoeningen zoals de (laat ontstane) depressie, angststoornissen, psychosen en persoonlijkheidsstoornissen.
Wat valt er bijvoorbeeld te zeggen over de oudere die een dergelijke aandoening ontwikkelt? Hoe onderscheidt deze groep zich van de groep ouderen die tot op hoge leeftijd vitaal en zonder psychische problemen blijft? Hoe is de verwevenheid van psychiatrische stoornissen met kwetsbaarheden op lichamelijk, cognitief en sociaal gebied? En hoe kunnen deze patiënten zich presenteren bijvoorbeeld in de tandheelkundige praktijk?
In de cursus komen een aantal van deze zaken aan de orde. De werkvorm zal zoveel mogelijk interactief zijn, waarbij de deelnemers zoveel mogelijk gevraagd wordt hun eigen ervaringen in te brengen en/of op bepaalde ingebrachte casussen te reflecteren.
Leerdoelen:
Ouderen met psychiatrische problematiek in de huisarts- en mondzorgpraktijk.
Door de verandering van de demografische gegevens en gevolgen van politieke keuzes dat ouderen zo lang als mogelijk in hun eigen woonomgeving moeten blijven wonen, zullen mondzorg verleners in toenemende te maken mate krijgen met ouderen met ook psychiatrische problematiek. Veel aandoeningen bij ouderen manifesteren zich anders dan bij jongere leeftijdsgroepen. Dat geldt ook voor veel psychiatrische aandoeningen.
Sommige symptomen bij ouderen behorende bij een psychiatrische aandoening, worden niet herkend omdat ze vaak worden gezien als de gevolgen van het ‘normale’ ouder worden of passend bij de persoon. Hij of zij is altijd al een beetje ‘vreemd’ geweest. Anderzijds worden er soms onterecht ‘psychiatrische diagnoses’ aan een persoon toebedeeld. Bij een beetje verwardheid wordt iemand al snel dementerend genoemd. Dit terwijl er sprake kan zijn van bijvoorbeeld een delier. Dit kan leiden tot grote negatieve gezondheid uitkomsten, vermindering van kwaliteit van leven en welzijn en in het uiterste geval zelfs vervroegd overlijden van de persoon in kwestie. Het onjuist psychiatrisch ‘etiketteren’ van ouderen kan ook grote negatieve gevolgen hebben voor de omgeving van die persoon. Er kan soms onnodig veel gevoel van eenzaamheid, gevoel van niet begrepen te worden en verdriet of boosheid zijn. Sommige ouderen kunnen zelf psychisch decompenseren waardoor er bijvoorbeeld angst of visuele hallucinaties kunnen ontstaan. Het is aangetoond dat zowel jongere als ouderen met psychiatrische aandoeningen een slechtere mondgezondheid hebben in vergelijking met individuen die die aandoening niet hebben. Van (mond)zorgverleners wordt verwacht dat zij goed kunnen omgaan met mensen een psychiatrisch ziekte beeld. Echter, dat is lang niet altijd gemakkelijk en ook niet zo vanzelfsprekend.
In de meeste tandheelkundige en mondzorgkundige opleidingen wordt niet veel aandacht besteed aan psychiatrische problematiek en helemaal niet psychiatrische problematiek bij ouderen. En dit terwijl (mond)zorgverleners een heel belangrijke positieve rol kunnen spelen in het verbeteren of in stand houden van de psychische gezondheid, algemene gezondheid, mondgezondheid en kwaliteit van leven van personen op hogere leeftijd.
Vandaar dat Docendo Orbis aan (huis)artsen, tandartsen, mondhygiënisten en tandprothetici een speciale nascholing op dit onderwerp aanbiedt. U leert dus niet alleen hoe u een psychiatrische aandoening kunt herkennen en hoe u met bepaald gedrag zou kunnen omgaan, maar wat ‘normaal’ gedrag is bij veroudering. Voor dit onderwerp heeft Docendo Orbis, Dr. Gert-Jan van der Putten, specialist ouderengeneeskunde en kaderarts palliatieve zorg en Dr. Martin Kat, ouderenpsychiater en docent, erkende deskundigen op dit gebied, bereid gevonden om samen met u dieper op dit onderwerp in te gaan.