Op dit moment zijn er 11 huisartsenpraktijken op 9 locaties in en om Nijmegen, met ruim 60.000 patiënten, verbonden aan het NMP. Vanuit deze praktijken worden anonieme gegevens over de patiëntenzorg verzameld in het NMP. Met deze gegevens kan het werk van de huisarts worden toegelicht. Bovendien kunnen de gegevens gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek, waarvan de resultaten vervolgens weer gebruikt kunnen worden in de patiëntenzorg.

De medewerkers in NMP-huisartsenpraktijken registreren gegevens over de bij hen bekende patiënten met diabetes mellitus, astma en COPD, verhoogde bloeddruk en hart- en vaatziekten. Van deze patiënten wordt het ziektebeloop, de behandeling en de bereikte resultaten systematisch vastgelegd. Tevens worden bijkomende factoren, zoals roken, overgewicht of een te hoog cholesterol, vastgelegd. Alle gegevens worden geregistreerd in een elektronisch Huisarts Informatie Systeem. Deze gegevens worden geanonimiseerd aangeleverd aan expertisegroep MIMS (Methodologie, Informatiemanagement & Statistiek) van de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het UMC Sint Radboud. MIMS verwerkt deze gegevens tot bruikbare informatie welke in de vorm van feedback met de deelnemende huisartsen wordt besproken.

In tweemaandelijkse bijeenkomsten bespreken de huisartsen met elkaar en met de NMP-medewerkers wat de inhoudelijke feedback precies zegt over hun huisartsgeneeskundig handelen. Zij discussiëren welke verbeterpunten voor hun patiëntenzorg hieruit te vormen zijn, mede in het licht van actuele ontwikkelingen binnen de huisartsgeneeskunde. De feedback met verbeterpunten nemen de deelnemende huisartsen vervolgens mee terug naar hun praktijken voor implementatie. In volgende bijeenkomst bespreken de deelnemers hoe dit proces verloopt/verlopen is en leren daarbij van elkaar. Tevens worden in de tweemaandelijkse bijeenkomsten afspraken gemaakt en/of aangescherpt over registratie van zorg bij chronische ziekten. En ook staan diverse aspecten van het huisartsgeneeskundig handelen ter discussie, zoals bijvoorbeeld generalisme en de rol van zorgindicatoren en risicofactoren. Tenslotte denken de deelnemers van de bijeenkomsten na over mogelijkheden voor zorginnovatie op het gebied van chronische aandoeningen, vooral t.a.v. multimorbiditeit. Hierbij houden zij rekening met de actuele stand van zaken binnen de huisartsgeneeskunde zoals de op dat moment geldende (NHG-)richtlijnen, zorgstandpunten, financiën/bezuinigingen, beleidsontwikkelingen, etc.