2-daagse cursus
De Generic Instructor Course (GIC) is bedoeld voor STARtclassdocenten.
De GIC wordt gegeven aan medisch specialisten, die tevens docenten zijn en in de combinatie van beide hoedanigheden gaan participeren in de cursus SPOEDZORG voor aios en opleiders (huisartsgeneeskunde/ouderengeneeskunde). De GIC is gestoeld op richtlijnen van de ERC (European Resuscitation Counsil) en ALSG (Advanced Life Support Group) als internationale moederorganisaties.
Het doel van deze tweedaagse training voor STAR(t)class specialist/docenten is het aanleren van kennis en vaardigheden zodat zij het onderwijsprogramma kunnen geven volgens eenduidige uitgangspunten en binnen de afgesproken contouren. Binnen de GIC cursus wordt uitgebreid gewerkt met scenario onderwijs.
Opbouw cursus
Een tweedaagse training in het scenario onderwijs inzake spoedeisende geneeskunde, waarbij het oefenen met het geven van een lezing, het afnemen van toetsen en het geven en ontvangen van feedback extra aandacht krijgt. Na het doorlopen van de GIC kan de kandidaat docent in een van de STAR(t)classen onder begeleiding van een ervaren superviserend docent optreden. Zij zijn zowel op vakinhoudelijk als didactisch niveau bijgeschoold.
De cursist heeft inzicht in:
- de belangrijkste principes in het leren van volwassenen en professionals in het bijzonder binnen het kader van de spoedeisende zorg.
- de kenmerken van een goede instructeur en de specifieke kwaliteiten van Star(t)Class instructeurs i.h.b. zowel inhoudelijk als didactisch.
- de wederzijdse verwachtingen tussen instructeurs en SBOH/Star(t)Class Organisatie;
- het belang en toepassing van de Environment-Set-Dialogue-Closure (ESDC) structuur als basis voor elk onderwijsprogramma en de verschillende onderdelen daarin;
- het belang en kenmerken van goede feedback als motor voor leren;
- de belangrijkste principes voor en de rol van de instructeur in motiverend en effectief vaardigheidsonderwijs, scenario-onderwijs en scenario-assessment, plus een interactieve presentatie/discussie.
- De cursist laat zien deze inzichten te willen en adequaat te kunnen toepassen bij het geven en begeleiden van vaardigheidsonderwijs, scenario-onderwijs en scenario-assessment.
- In de eenmalige oefening met een interactieve presentatie/discussie geeft de cursist blijk de generieke principes voor goed (= doelgericht, interactief, volgens ESDC) onderwijs adequaat te kunnen toepassen.
- De cursist geeft er gedurende de cursus blijk van ‘Achter het concept, boven de stof en naast de deelnemer’ te willen en kunnen staan.
- De cursist is bereid en in staat om feedback te geven en te ontvangen (in oefensessies, via mentor, tussentijds) en deze te vertalen in concrete actiepunten voor een volgend ‘optreden’ (volgende oefening in de cursus en/of eerstvolgende inzet als kandidaat-instructeur = stap 1 Fase 2).