De twee-daagse WOKK-cursus concentreert zich op het herkennen van en het handelen bij (een vermoeden van) kindermishandeling. De cursus is vooral bedoeld voor kinderartsen.
Leerdoelen:
De leerdoelen zijn gestructureerd rondom de volgende competenties:
- Diagnose van ‘mogelijke kindermishandeling’ stellen, dan wel met zekerheid stellen dat er zeker geen sprake is van kindermishandeling.
- Herkennen van signalen van lichamelijke kindermishandeling en verwaarlozing.
- Voeren van een effectief gesprek met ouders van een kind waarbij kindermishandeling wordt vermoed.
- Afnemen van een anamnese gericht op kindermishandeling en de differentiaal diagnose van kindermishandeling opstellen.
- Vervolgtraject bij (vermoeden) van kindermishandeling inzetten.
- Herkennen van seksueel misbruik en gedragsproblemen die erbij voor kunnen komen.
- Beoordelen of advies van, of een melding aan, het AMK of andere instantie, geboden is.
- Uitvoeren en beoordelen van lichamelijk onderzoek, bij verdenking lichamelijke kindermishandeling.
- Inschatten van het gedrag van het kind in combinatie met het vermoeden van kindermishandeling en het verloop van het gesprek.
- Voeren van een effectief gesprek met een kind waarbij kindermishandeling wordt vermoed.
- Herkennen van psychische gevolgen van kindermishandeling.
- Omgaan met juridische zaken.
- Adequaat gebruik van beeldvormend onderzoek bij vraagstelling kindermishandeling.
- Rekening houden met cultuurverschillen en pedagogisch handelen.
- Omgaan met agressie.