Veruit de meeste aandacht in het medisch-wetenschappelijk onderzoek gaat uit naar etiologie (hoe wordt iemand ziek) en therapie (wat kun je eraan doen). Dat klinkt logisch, maar ik wed dat u een belangrijk deel van uw tijd kwijt bent aan de vraag ‘wat is er eigenlijk aan de hand’. In de huisartsgeneeskunde vaak vertaald naar de vraag of er een ‘ziekte’ is of dat de klacht (vooral) door context bepaald is. Dit diagnostisch (of – zoals we verderop lezen – prognostisch) denken is zo verweven met het dokteren in de alledaagse praktijk dat het zich lastig laat kaderen. Daarom wil deze nascholing om te beginnen aanzetten tot bezinning en reflectie op het begrip diagnostiek en hoe het samenhangt met de praktijk van alledag.
U krijgt concrete handreikingen om uw diagnostisch handelen meer evidence-based te maken. Enerzijds door het opfrissen van de basale epidemiologische begrippen die samenhangen met diagnostiek, en anderzijds door u handvatten te geven om de evidence base achter diagnostische testen te kunnen vinden en te kunnen duiden. Hopelijk komt u erachter dat uw ingesleten routines zo gek nog niet zijn en anders is dit een uitgelezen kans om ze bij te stellen.
Tot slot gaan we dieper in op de methodologie van wetenschappelijke studies naar diagnostiek, zodat u nog beter in staat bent de onderliggende literatuur te duiden en te vertalen naar de praktijk.
Na afronding van dit nascholingsprogramma is uw kennis van evidence-based medicine (ebm) met betrekking tot diagnostiek geactualiseerd. Dit leerdoel bereikt u doordat u: