Plasklachten ten gevolge van een overactieve blaas (OAB) komen veel voor. Vaak wordt gedacht dat OAB is een aandoening van oudere vrouwen, maar OAB blijkt op alle leeftijden veel voor te komen, evenveel bij mannen als vrouwen. Echter, de prevalentie neemt significant toe met toename van de leeftijd.
OAB kan de kwaliteit van het leven significant negatief beïnvloeden, maar ook zeer nadelig zijn in het dagelijks leven van de (kwetsbare) oudere. Het is een lastige klacht, die o.a. voor isolement en slechte nachtrust kan zorgen.
Voor het stellen van de diagnose is een goede anamnese noodzakelijk. Objectieve meetinstrumenten, zoals IPSS en mictielijst, kunnen toegepast worden om de diagnose te verhelderen en de impact van de aandoening vast te stellen. De pathosfysiologie van OAB is niet altijd bekend, maar uitsluiten van copus alienum, ruimte-innemend proces of infectie is noodzakelijk. Dat kan door middel van urineonderzoek uitgesloten worden of, in geval van infectie, adequaat behandeld worden. Bovendien is er een relatie met neurogene aandoeningen en cerebrovasculaire accidenten, die vaker bij ouderen voorkomen.
Er bestaan verschillende behandelmethoden voor OAB die ook bij ouderen toegepast kunnen worden. Onder andere het geven van juiste adviezen, gebruik van medicatie en eventueel bekkenfysiotherapie. De vroeger bestaande medicatie voor OAB hebben de bekende hinderlijke bijwerkingen zoals droge mond en obstipatie, maar ook verwarring. Dit laatste kan grote impact hebben op de oudere en zijn omgeving. Recente ontwikkelingen hebben geleid tot verschijnen van nieuwe medicatie met minder bijwerkingen.
Als specialist ouderengeneeskunde kunt u met deze cursus uw kennis en vaardigheden met betrekking tot OAB vergroten. Verder zult u meer kennis vergaren over de behandelmogelijkheden en daarmee een betere en efficiëntere behandeling van deze zeer hinderlijke klacht kunnen aanbieden.
Na het volgen van deze cursus: