Als huisarts staat u letterlijk en figuurlijk dicht bij de patiënten en bent u hun vertrouwde aanspreekpunt. Zij komen bij u op spreekuur met uiteenlopende verhalen, ziektebeelden en hulpvragen. Zij verwachten adequate hulp en in ruil daarvoor verstrekken zij u persoonlijke informatie.
Naast het krijgen van deze persoonlijke informatie bouwt u door de jaren heen vaak een band op met zowel patiënt als gezinsleden. Hierdoor kunt u verbanden leggen tussen de klachten van een patiënt en iemands persoonlijke achtergrond of situatie. Met deze brede blik handelt u, volgens de Landelijke Huisartsen Vereniging, 95% van de klachten zelf af.
In uw dagelijkse werk binnen de huisartsenpraktijk kunt u ondersteuning krijgen van verschillende mensen. Dit varieert van een waarnemend huisarts, een coassistent, een doktersassistent(e) of een praktijkondersteuner tot een nurse practitioner, een physician-assistant of een sociaal psychiatrisch verpleegkundige. Behoudens deze samenwerking moeten patiënten erop kunnen vertrouwen dat u niet zomaar met iedereen de persoonlijke informatie deelt. Het beroepsgeheim helpt u dit vertrouwen van de patiënt te waarborgen. Maar wat is dit beroepsgeheim precies? Welke informatie valt onder het beroepsgeheim? Strekt het beroepsgeheim verder dan alleen de spreekkamer? Zijn er situaties waarin u uw beroepsgeheim mag of zelfs moet doorbreken?
De e-learning ‘Het medisch beroepsgeheim binnen de huisartsenpraktijk’ bestaat uit zes blokken. Om de theorie te koppelen aan de praktijk beginnen de eerste drie blokken met een casus waarin huisarts Jansen te maken krijgt met de familie Van Dam. Na elke casus krijgt u een aantal reflectievragen, deze vragen hebben tot doel het leerproces actief te maken en u te laten reflecteren op uw handelen. Het is raadzaam om deze vragen voor uzelf te beantwoorden voordat u verdergaat naar de theorie. Vervolgens bespreekt de auteur de theorie, waarbij regelmatig wordt teruggekoppeld naar de casus. Elk blok wordt afgesloten met een aantal kennisvragen over de theorie.
Vervolgens komt het juridisch aspect van het beroepsgeheim aan bod. Met de kennis van de voorgaande drie blokken is deze abstracte theorie gemakkelijker in het juiste kader te plaatsen. In het vijfde blok staat de actualiteit rondom het beroepsgeheim in de huisartsenpraktijk centraal. In het laatste blok worden de instanties opgenoemd waarbij u terecht kunt voor specifiekere vragen over het beroepsgeheim.
Na het volgen van deze cursus: