|
|
|
Inherent aan het vak van artsen is dat ze veel verschillende gesprekken voeren, met diverse type mensen in verschillende hoedanigheden: patiënten, collega’s, leidinggevenden etc. Inherent aan communiceren is dat misverstanden en irritaties snel kunnen ontstaan. En vooral als er iets fout gaat of als een ander dat zo ervaart, biedt alleen empathie ruimte voor een milde reactie. Door empathisch te communiceren kunnen artsen veelal voorkomen dat er formele stappen worden gezet.
Ondanks de diversiteit in mensen en situaties is gedrag veelal voorspelbaar. Dat is op zich goed nieuws, nog beter nieuws is, dat het ook stuurbaar is door zelf ander gedrag bewust in te zetten.
Een aantal zaken zijn daarbij van belang:
1. onderkennen van eigen voorkeursgedrag;
2. herkennen van een bepaald type gedrag van gesprekspartners;
3. weten welk eigen gedrag nodig is om gewenst gedrag van een gesprekspartner te bewerkstelligen.
Artsen die deze training doen, krijgen middels een zelftest inzicht in eigen voorkeursgedrag. Vervolgens leren ze aan de hand van de Roos van Leary hoe mensen intuïtief reageren en hoe zij daarop effectief gedrag kunnen tonen. Vooral met de inzet van de juiste non-verbale gedragsuitingen wordt snel het gewenste effect gesorteerd.
Tijdens de training empathisch communiceren ervaren ze de kracht van non-verbale communicatie, oefenen ze met een trainingsacteur, onder begeleiding van een communicatietrainer
Ze verbeteren hun communicatie vaardigheden waardoor ze duidelijker overkomen, beter aansluiting weten te vinden met hun gesprekspartners en eerder irritatie en weerstand detecteren. Om hierop vervolgens adequaat te reageren, zodat eventuele vervelende gevolgen (bv klacht, claim of tuchtzaak) uitblijven. Aan de hand van eigen cases oefenen ze de gesprekken die niet goed liepen: herkenbare situaties beklijven beter.
Leerdoelen:
