De Certificate of Advanced Studies (CAS) in de musculoskeletale geneeskunde (MG) is een jaarcyclus waarin het onderzoek van het bewegingsapparaat systematisch per regio en geïntegreerd als geheel wordt besproken, onderbouwd met evidence en geoefend tussen de arts-cursisten onderling en op patiënten. Veel voorkomende (met name aspecifieke) klinische beelden van het bewegingsapparaat worden besproken middels voordrachten, klinisch redeneren en casuïstieken. De mogelijkheden voor beleid en preventie worden onderzocht en ook onderbouwd naar de meest recente inzichten. Wetenschapsvorming is tevens onderdeel van de opleiding en wordt gedaan aan de hand van ‘Inleiding in de evidence-based medicine’ onder redactie van R.J.M.P. Scholten (BSL, 4e druk of recenter) waarbij het bewegingsapparaat als voorbeeld dient. Er zijn veelvuldig formatieve en summatieve toetsmomenten: portfolio-opdrachten, kennistoetsen, vaardigheidstoetsen, en het schrijven van een Critical Appraised Topic (CAT) betreffende primair diagnostisch onderzoek.

De studiebelasting exclusief de kennis- en vaardigheidstoetsen bedraagt 10 ECTS, waarbij 1 ECTS voor 28 uur staat. De CAS in de MG is onderdeel van de Master of Science opleiding manuele/musculoskeletale geneeskunde aan de Geneeskunde Faculteit van de Vrije Universiteit Brussel. De uitvoering is uitbesteed aan de SOMT University of Physiotherapy te Amersfoort.

Leerdoelen/eindkwalificaties CAS

De arts-cursist MG:

• 1. beschikt over geactualiseerde kennis van epidemiologisch relevante aandoeningen van het bewegingsapparaat om op basis van klinisch redeneren eigen klinische besluitvorming en handelen te kunnen verantwoorden.
• 2. kan kennis van de functionele anatomie en kinesiologie toepassen bij het verkrijgen van inzicht in de pathofysiologie van klachten van het bewegingsapparaat.
• 3. kan op basis van anamnestische gegevens van patiënten met klachten van het bewegingsapparaat middels klinisch redeneren hypotheses formuleren en kan deze toetsen middels het verrichten van lichamelijk onderzoek.
• 4. kan een gestructureerd evidence-based lichamelijk onderzoek van de patiënt met klachten van het bewegingsapparaat uitvoeren.
• 5. kan een op wetenschappelijke gegevens gebaseerde, beargumenteerde uitspraak doen over de indicatiestelling van interventies vanuit de musculoskeletale geneeskunde bij veel voorkomende aandoeningen van het bewegingsapparaat zoals aspecifieke rug- en nekpijn, subacromiaal pijnsyndroom, frozen shoulder, tendinose, zenuwcompressiesyndromen in de bovenste extremiteit, rotatorcuff rupturen, coxartrose en anterieure kniepijn.
• 6. kan eenvoudige interventies vanuit de musculoskeletale geneeskunde uitvoeren zoals uitleg geven, adviseren, instrueren, het aanleren van functionele oefeningen, en het toepassen van regionale mobilisaties en spiertechnieken.
• 7. kan ten behoeve van verwijzers, medische collega’s en medebehandelaars efficiënt een verslag maken van patiëntgegevens uit de anamnese, het lichamelijk onderzoek en het eventuele aanvullend onderzoek, alsmede de eventuele behandeling.