patiënten met atriumfibrilleren < 65 jaar voor evaluatie verwezen moeten worden naar een cardioloog;
de huisarts mensen ≥ 65 jaar met atriumfibrilleren (> 48 uur) zelf kan behandelen met een antitrombotisch middel;
de NHG-Standaard aanraadt: een coumarinederivaat;
NHG-Standpunt Anticoagulantia in september 2016 luidt: coumarinederivaten en DOAC’s voortaan gelijkwaardig*;
jaarlijks gecontroleerd moet worden op verschijnselen van hartfalen en of de CHA2DS2-VASc-score veranderd is;
er een indicatie bestaat voor frequentie verlagende medicatie bij een ventrikelfrequentie in rust van ≥ 110 per minuut of bij patiënten met klachten bij inspanning;
1e keus metoprolol is met verlengde werking;
NOAC’s ook door de huisarts voorgeschreven mogen worden als eGFR > 45 maar ten minste 30 ml/min is, er voldoende therapietrouw en controle na 2-3 weken is;
de huisarts terughoudendheid moet zijn met NOAC’s bij veel comorbiditeit en kwetsbare ouderen.