Deskundigheid en vaardigheden bevorderen rondom het meten, diagnosticeren en behandelen van hypertensie. Met als doel optimalisatie van de kwaliteit van de hypertensiebehandeling en een uniforme werkwijze binnen de huisartsenpraktijk.
Omschrijving leerdoelen:
Deel 1 Bloeddrukmeten: een vak apart
- Deelnemer is op de hoogte wanneer een spreekuur-, thuis-, 30 minuten- en 24 uurs- bloeddrukmeting betrouwbaar is.
- Deelnemer kan de valkuilen bij het meten van de diverse bloeddrukmetingen benoemen en kan deze valkuilen omzetten in het uitvoeren van een betrouwbare bloeddrukmeting.
- Deelnemer is op de hoogte welke instructies ze aan de patiënt mee geeft bij een thuismeting of een 24-uursmeting om betrouwbare metingen te realiseren.
- Deelnemer is op de hoogte van de protocollen voor de diverse bloeddrukmetingen. Spreekuur-, thuis - , 30 minuten- en 24 uursmeting en kan deze toepassen in de praktijk.
- Deelnemer kan samen met de andere praktijkmedewerkers een uniforme werkwijze ontwikkelen voor het meten van de bloeddruk, legt dit vast in werkafspraken en borgt deze werkwijze in de praktijk.
Deel 2: De bloeddruk de baas!
- Deelnemer is op de hoogte welke plaats de spreekuur-, thuis-, 30 minuten- en de 24-uurs bloeddrukmeting heeft binnen de diagnostiek en de monitoring van de hypertensiebehandeling.
- Deelnemer kan de uitslagen van de spreekuur-, thuis-, 30 minuten- en de 24-uurs bloeddrukmeting interpreteren en kan deze uitslagen vertalen naar de het stellen van de diagnose hypertensie.
- Deelnemer kan het behandelbeleid van hypertensie conform de NHG standaard CVRM toepassen. Medicamenteus en niet medicamenteus.
- Deelnemer kan benoemen welke manier van bloeddruk meten effectiever en betrouwbaar is. Handmatig meten of elektronisch meten.
- Deelnemer kan benoemen wat het nut is van een terecht gestelde diagnose hypertensie en of en waarom het zinvol is om de streefwaarde te halen.
- Deelnemer kan benoemen wanneer er sprake is van therapieresistente hypertensie en is op de hoogte van het behandelbeleid bij therapieresistente hypertensie.
- Deelnemer kan benoemen wanneer er sprake is van maligne hypertensie en kan (samen met huisarts) beoordelen of er tekenen van progressieve of chronische orgaanschade aanwezig en stemt de snelheid van het behandel of verwijsbeleid naar de 2 de lijn hierop af.
- Deelnemer kan samen met de andere praktijkmedewerkers een uniforme werkwijze ontwikkelen voor de diagnostiek en het behandelbeleid van hypertensie, therapieresistente en maligne hypertensie. Dit wordt vastgelegd in protocollen en wordt geborgd in de werkwijze binnen de praktijk.