![]() |
Lesdoel 1: De cursist kan op gevaar letten bij een incident.
Lesdoel 2: De cursist kan de Rautekgreep vanaf de grond en vanaf een stoel uitvoeren.
Lesdoel 3: De cursist kan de vitale functies benoemen en controleren.
Lesdoel 4: De cursist kan het stappenplan bij een reanimatie benoemen en deze toepassen.
Lesdoel 5: De cursist kan een slachtoffer benaderen.
Lesdoel 6: De cursist kan een slachtoffer van de buik naar de rug draaien.
Lesdoel 7: De cursist kan op een juiste wijze een alarmering uitvoeren.
Lesdoel 8: De cursist kan een slachtoffer reanimeren.
Lesdoel 9: De cursist kan de kenmerken van gasping benoemen.
Lesdoel 10: De cursist kan een AED bedienen.
Lesdoel 11: De cursist kan een slachtoffer in de stabiele zijligging leggen.