Over gelukkig leren leven zijn veel boeken geschreven. Maar hoe bereid je je voor als het leven afloopt? Kun je dat leren? Zijn daar handvatten voor? Kun je daar ook al mee beginnen als je nog midden in het leven staat? En is het ook de taak van de dokter om patiënten op dit vlak voor te lichten en te begeleiden?  Over deze vragen denken we na met Carlo Leget, en laten ons daarbij inspireren door een oude traditie van stervenskunst ofwel: Ars Moriendi. 

Daarnaast spelen in de palliatieve zorg medische kennis en kunde een grote rol. Spreken over het einde van het leven lukt nauwelijks als er ernstige klachten zijn van pijn of misselijkheid. Hoe pro-actief zijn we daarin? Welke medicatie kiezen we bij pijn en sedatie. Daarover vertellen sprekers die een link hebben met het palliatief team van het WZA.

Juist in de palliatieve zorg is een heldere overdracht en zorgplan-ning nodig. Niet alleen van tweede lijn naar eerste lijn.

Aan de hand van een film worden stellingen gepresenteerd waarbij  gediscussieerd kan worden met de zaal.  

A. Korte omschrijving van leerdoelen:

1. Kennis van de medicatie bij pijn in de palliatieve fase, waaronder een plaats van de ROO’s
2. Kennis van medicatie in de terminale fase
3. Overzicht medicatie in de palliatieve sedatie

B Korte omschrijving van leerpunten:

1. Medicatie in de richtlijn pijn bij kanker, plaats ROO’s
2. Medicatie in de richtlijn palliatieve sedatie
3. Welke overige middelen zijn beschikbaar in de palliatieve fase.

A. Korte omschrijving van leerdoelen:

1. Inzicht in het belang van een goede communicatie en overdracht tussen alle mogelijke zorgeverleners die betrokken zijn bij palliatieve zorg.

B Korte omschrijving van leerpunten:

1. Concrete voorbeelden van overdracht.

A. Korte omschrijving van leerdoelen:

1. Zingevingsvragen benaderen via het Ars Moriendi model
2. Vier zingevingslagen onderscheiden
3. Een gesprekstool inzetten om kort de zingeving van een patient te verkennen

B Korte omschrijving van leerpunten:

1. Kennis van het Ars moriendi model
2. Kennis van de richtlijn spirituele zorg
3. Kennis van de eigen positie als arts binnen spiritual care als interdisciplinair aandachtspunt