![]() |
In de dagelijkse praktijk wordt de huisarts vaak geconfronteerd met patiënten met klachten aan de benen. Deze klachten worden deels veroorzaakt door vaatproblemen, zowel van arteriële, veneuze en/of capillaire origine. Klachten van het bewegingsapparaat en van neurologische origine worden hier buiten beschouwing gelaten.
De huisarts ziet op zijn spreekuur steeds vaker patiënten met vaatproblemen doordat patiënten steeds ouder worden, met hart- vaatziekten hun event overleven of door complicaties bij langdurige chronische ziektes als diabetes mellitus of reumatoïde aandoeningen. Daarbij wordt hij geconfronteerd met een aantal diagnostische en therapeutische problemen. Is het nu een trombose of een tromboflebitis? Is het überhaupt wel een vaatprobleem of heeft het een andere oorzaak?
Moet ik insturen of kan ik zelf behandelen? Kan ik dit ulcus cruris zwachtelen of loop ik het risico het erger te maken.
Behandeling is vaak heel goed mogelijk in de eerste lijn, hoewel het vaak langdurig en gecompliceerd is. Om tot een adequate behandeling te kunnen komen moet de huisarts in staat zijn tot adequate diagnostiek, behandeling en follow-up. Hij moet kennis hebben van differentiatie tussen verschillende soorten vaatlijden, preventie hart- vaatziekten, beweegadvies, wondverzorging met eventueel compressie zwachtelen en juiste keuze van verbandmiddelen, genezingsverwachting en behandelopties. Samenwerking met het ondersteunend personeel in de praktijk, wijkverpleging en fysiotherapie is essentieel. De huisarts is hierbij eindverantwoordelijke voor de geleverde zorg.
Daarnaast helpt kennis van verschillende wondbedekking bij kostenbesparing.
In deze workshop laten wij aan de hand van diverse interactieve werkvormen het palet aan vaatlijden gerelateerde problemen aan de benen voorbij komen en proberen te komen tot praktische werkafspraken met de regionaal actieve wondverpleegkundigen.
Doelen per taakgebied:
Vakinhoudelijk handelen:
Arts-patiënt communicatie:
Samenwerken
Maatschappelijk handelen