- Spiegelrapportage bespreking 2014:
Door de deelnemende huisartsen is in 2014 van alle patiënten met type 2 diabetes en alle patiënten met COPD een set aan parameters geregistreerd. De praktijkgebonden resultaten worden vergeleken met de totale groep deelnemende huisartsen in de regio. In de bijeenkomst wordt kort ingegaan op de veranderingen in de loop der jaren met betrekking tot de behandeling van de patiënten. In de aangeleverde data wordt specifiek gekeken hoe de metabole regulatie, de bloeddrukbehandeling en behandeling van vetspectrumstoornissen is bij deze groep diabetespatiënten. Wat betreft de COPD-patiënten, worden de praktijken vergeleken met betrekking tot behandelingen en exacerbaties. De gegevens worden vergeleken met data van afgelopen jaren.
De resultaten worden tussen de onderlinge gemeenten in de regio vergeleken.

- Zorg voor ouderen met een chronische ziekte:
Er is een toenemende vergrijzing van de populatie. Daarmee is er ook een toename in de incidentie en prevalentie van chronische aandoeningen. Ouder worden geeft mentale en lichamelijke veranderingen, welke van invloed kunnen zijn op het algemeen functioneren, maar ook op het omgaan met ziekte. Daarnaast heeft ouder worden ook invloed op de effecten van verschillende behandelingen. Huisartsen, praktijkondersteuners en andere eerstelijns zorgverleners krijgen in toenemende mate te maken met ‘de oudere patiënt’. Er zijn verschillende richtlijnen voor de behandelingen van chronische aandoeningen zoals diabetes en COPD. Toch blijft het lastig om deze richtlijnen toe te passen bij de oudere patiënt. Dit geldt ook voor het staken van behandelingen zodra deze niet meer van toegevoegde waarde zijn. Internist ouderengeneeskunde Kamper zal in zijn presentatie deze aspecten nader uitdiepen.

- Organisatie van de zorg rondom de COPD-patiënt:
Sinds 2010 is een regionaal multidisciplinair zorgprogramma voor COPD-patiënten in de eerste lijn ontwikkeld en sindsdien geïmplementeerd. Meer dan 90% van de huisartsenpraktijken handelt en begeleidt vanuit protocollen en organisatievormen, gebaseerd op de landelijke richtlijnen (van oorsprong ontwikkeld en vormgegeven via de website COPDzorggoedinbeeld). O.a. vanuit opmerkingen van patiënten is opgevallen dat huisartsenprakijken verschillen in de organisatie van de zorg. In deze scholing willen we ingaan op praktische en organisatorische aspecten van de COPD-zorg in de huisartsenpraktijk. Daarbij gaan we ook alvast kijken naar de organisatorische gevolgen van de wijzigingen in de nieuw verschenen NHG-standaard.

- Nierfunctiestoornis in de praktijk:
In 2009 is de Landelijke Transmurale Afspraak Chronische nierschade (HuisartsWet 52(12):586-97) gepubliceerd. In een eerdere nascholing is hier uitgebreid op ingegaan. In de praktijk wordt de richtlijn steeds meer toegepast. De richtlijn geeft goede aanwijzingen om patiënten met nierschade te identificeren. Voor de follow-up van deze patiënten zijn echter nog te weinig handvatten. Bij de vorige spiegelavondbijeenkomst heeft nefroloog Boonstra op een interactieve wijze de deelnemers bijgeschoold over de identificatie van nierfunctiestoornissen. Het vervolg van deze bijeenkomst zal zich meer richten op de behandeling en follow-up van patiënten met chronische nierschade.

- Multimorbiditeit bij diabetes:
Huisartsen hebben een centrale positie in de gezondheidszorg. Zij beheren het medisch dossier van hun patiënten. Zij hebben kennis van de gezondheid en ziekte van patiënten, maar zijn daarnaast goed op de hoogte van de sociale omstandigheden. Huisartsen hebben de taak om de medische zorg te coördineren als er ook andere betrokken hulpverleners zijn. Dit wordt lastiger naarmate patiënten meerdere aandoeningen hebben. 60% van de Nederlanders&