De huisarts ziet regelmatig patiënten met functionele klachten van de lage urinewegen (LUTS), zoals incontinentie en vaak plassen. Door de vergrijzing en toenemende levensverwachting is het aannemelijk dat dit aantal zal toenemen. Ook afname van het taboe rond incontinentie en andere plasklachten leidt tot toename van het aantal patiënten dat de huisarts consulteert voor deze problematiek. Een van de mogelijke diagnoses is overactieve blaas.

Overactieve blaas (OAB) is een aandoening dat gekenmerkt wordt door urgency, met of zonder urge-incontinentie, vaak gepaard gaand met frequente mictie en/of nycturie. De prevalentie van OAB neemt toe met leeftijd en komt even veel voor bij mannen en vrouwen.

Overactieve blaas kan uitstekend worden gediagnosticeerd en behandeld in de eerste lijn. In deze nascholingen staan de volgende eenvoudige vragen centraal.

Overactieve blaas:

• Wat is het?
• Hoe ontstaat het?
• Hoe stel ik de diagnose?
• Hoe behandel ik OAB?
• Wanneer verwijs ik?
• Wat doet de uroloog?

Leerdoel
Het vergroten van kennis van de huisarts op het gebied van “de overactieve blaas”

Concrete leerdoelen:
Vergroten van kennis over het overactieve blaassyndroom (oa. epidemiologie, pathofysiologie, diagnose en behandeling) gebaseerd op de meest recente literatuur.
Bewust maken van methodes en overwegingen die hij/zij hanteert bij het stellen van de diagnose en behandelen van OAB.