Het eerste leerdoel van deze bijeenkomst (ochtend) is onderscheid te maken tussen onschuldige geboortevlekken en de – zeldzamere - riskante geboortevlekken. Geboortevlekken komen veel voor (bij 1 op de 3 baby’s). Een significante minderheid van de baby’s heeft echter een vasculaire geboortevlek - zoals bijvoorbeeld een wijnvlek of hemangioom (aardbeienvlek) - die door een arts moet worden gezien en waarvoor zelfs een doorverwijzing naar een ‘multidisciplinair academisch expertiseteam’ kan zijn aangewezen. Vasculaire geboortevlekken kunnen voor problemen zorgen die soms heel ernstig van aard zijn. Ze kunnen ook gepaard gaan met andere aandoeningen. In de medische opleiding zijn riskante vasculaire geboortevlekken echter een onderbelicht thema waardoor aangeboren vaatafwijkingen met regelmaat onjuist worden gediagnosticeerd en de risico’s onjuist worden ingeschat.

Tijdens dit congres worden artsen/professionals in de ochtend door specialisten van academische centra - waaronder ook internationaal gerenommeerde specialisten uit Brussel - geïnformeerd over de verschillende soorten ‘vasculaire geboortevlekken’ en de risico’s daarvan. In het voorjaar van 2014 zijn deze aandoeningen opnieuw geclassificeerd door de internationale wetenschappelijke vereniging (www.ISSVA.org) en een van de opstellers van de nieuwe classificatie licht dit toe. De diverse aangeboren vaatafwijkingen worden vervolgens beschreven waarbij tevens wordt aangegeven wat de risico’s zijn. Deze lezingen zijn inleidend van aard en zijn met name bedoeld voor niet in de aandoening gespecialiseerde artsen. Duidelijk wordt wanneer een doorverwijzing naar een gespecialiseerd team nodig is.

Het tweede leerdoel zijn de actuele behandelmethoden van deze aangeboren vaatafwijkingen. In het middagdeel van het congres worden de deelnemers door specialisten uit de academische centra geïnformeerd over de verschillende actuele behandelmethoden. De chirurgische behandelingen, de radiologische behandelingen en de behandelingen met (experimentele) medicatie passeren de revue. Deze lezingen zijn bedoeld voor artsen met een interessegebied in deze aandoeningen. Wat is er momenteel mogelijk? Wanneer is een doorverwijzing naar een academisch centrum nodig?